Volg ons op Bluesky Volg ons op Facebook Abonneer op onze RSS

Review: Doom: The Dark Ages (PC)

Ken je dat gevoel dat je een game aan het spelen bent die echt extreem bijzonder is? Een game van het niveau dat per generatie slechts een paar keer voorbij ziet komen? Denk aan een 3D-Mario, een Zelda, een GTA, et cetera. Het type game waar je vele jaren later nog over spreekt, alsof het een van de beste dingen is die je in je korte bestaan op deze planeet hebt mogen spelen…



Ruim 30 jaar later
Dat gevoel had ik bij Doom Eternal. De in 2020 verschenen shooter van id Software die ik destijds voor Budgetgaming beloonde met een welverdiende 4,5/5. Eternal was een game die mij, als iemand die al vele jaren geen binding meer had met shooters, weer voor heel even verliefd maakte op het genre. De Doom-games dienden in de jaren 90 als introductie toen ik als vierjarig mannetje mijn eerste stappen zette in het genre, en zelfs dertig jaar later ben ik nog steeds onder de indruk van het leveldesign, de muziek en het plezier dat ik er nog altijd aan beleef.

Toen Doom: The Dark Ages werd aangekondigd, was ik als een kind zo blij. Doom Eternal leek met de The Ancient Gods-uitbreidingen een einde te breien aan het verhaal van de reboot uit 2016, dus het was een beetje onduidelijk wat de toekomst van de franchise zou brengen. The Dark Ages dient logischerwijs dan ook als prequel op Doom (2016), wat er ook voor zorgt dat de gameplay flink op de schop gaat. Voor mij als Eternalgenieter was dit even slikken, want waarom zou je sleutelen aan perfectie? Maar het vertrouwen dat id Software door de jaren heen bij mij heeft vergaard is ook wat waard.


Grote schoenen voor een grote man
En hoewel de twijfel of The Dark Ages de grote schoenen van Eternal kan vullen ergens achter in mijn hoofd aanwezig was, begon ik toch vol goede moed aan The Dark Ages. Dit derde deel in de in 2016 gestarte reboot-trilogie ruilt de snelheid en het platformen van Eternal in voor meer open levels en wat meer passieve gameplay. Waar het in Eternal nog draaide om het voorzichtig een voor een afmaken van je vijanden, krijg je in The Dark Ages geschut in handen om hele slagvelden in seconden een kopje kleiner te maken.

Daarnaast belooft de game een grotere focus te leggen op het verhaal en dat wordt ook meteen duidelijk. Met een mooi filmpje wordt de Doom Slayer en het wat meer middeleeuws ogende landschap van deze game geïntroduceerd, maar het duurt niet lang voordat je je oude vertrouwde shotgun in handen krijgt geschoven en even flink huis mag houden.

Verpulveren
De wapens zijn als vanouds weer het hoogtepunt en ook dit deel kent meer dan genoeg nieuwe introducties. Zo krijg je bijvoorbeeld een wapen dat schedels verpulvert tot kogels en een plasmawapen dat handig van pas komt bij vijanden met een energieschild. Zelfs de iconische BFG maakt zijn terugkeer in een leuke middeleeuwse variant, maar de grote nieuwkomer is het schild. Dit schild laat je als een soort Captain America door het slagveld manoeuvreren. Links en rechts deel je er klappen mee uit, waarna je het met een flinke worp in de keel van een vijand ramt om hem te stunnen. Na wat shotgunhagel in het gezicht roep je je schild als een boemerang weer terug, om vervolgens een inkomende aanval te pareren. In The Dark Ages voel je je echt als een soort dynamische tank en dat gevoel is heel vet.


Dit uit zich vooral heel goed in de gevechten tegen de bazen die de game kent. Aanvallen die je kunt counteren zijn groen gekleurd en met een juist getimede parry zend je deze direct terug naar de afzender om hem van flink wat pijn te voorzien. De monsters die je tegenkomt in deze helse strijd zijn grotendeels gebaseerd op bekende gezichten, en zelfs de Marauder, waar ik in mijn Doom Eternal-review nog wat over te zeggen had, maakt in The Dark Ages zijn herintrede. Deze keer is hij gelukkig een stuk minder taai, maar de eerste keer dat hij zijn opwachting maakt, is het wel even slikken.

120%
“Een stuk minder taai” is eigenlijk de perfecte omschrijving voor deze hele game. Juist omdat ze van deze game zo’n power fantasy gemaakt hebben, krijg je vaak het gevoel onverwoestbaar te zijn. Voor deze review heb ik de game doorgespeeld op de ‘Hurt Me Plenty’-moeilijkheidsgraad, wat de bedoelde manier is van de makers om het spel te spelen. Daaromheen heb je nog wat extra moeilijkheidsgraden om de game wat taaier of juist makkelijker mee te maken, alsook een hoop opties om de speelstijl helemaal naar jouw hand te zetten. Denk hierbij aan het aanpassen van de timing van de parry, hoeveel schade er gedaan wordt, of de snelheid van het spel. Zo vond ik de game vrij sloom aanvoelen, maar door de snelheid op te schroeven naar 120% had ik er ineens veel meer plezier mee.

Wat mijn plezier echter flink in de weg zat, was het level design. Waar in Eternal ieder level een soort zorgvuldig ontworpen puzzeldoos was waarin je de plaatsing van de vijanden uit je hoofd kon leren en je als in een soort schiettent het meest efficiënte pad kon uitvogelen om ongeschonden de arena door te komen, gooit The Dark Ages je voornamelijk in saaie, kale arena’s met hordes vijanden die allemaal tegelijk op je beginnen te schieten. Zeker bij bazen is dit bijzonder irritant, aangezien je vaak geen idee hebt van waar je beschoten wordt terwijl je deze een kopje kleiner probeert te maken. In de toegankelijkheidsopties is gelukkig iets aan te zetten dat je hierbij helpt, maar in een goed ontworpen game zou dit niet nodig moeten zijn.


Ook de geheimen, iets waar Doom al ruim 30 jaar bekend om staat, zijn deze keer grotendeels vrij oppervlakkig verstopt, wat erg jammer is in een game die juist meer om exploratie zou moeten draaien. Af en toe krijg je een wat meer lineair ontworpen level voor je kiezen en dit zijn dan ook verreweg mijn favoriete levels van de game. Een hoogtepunt voor mij was een soort donker bos dat wel iets weg had van een segment uit een Metroid Prime-game. Erg tof!

Klim in de robot, Shinji
Minder tof zijn echter de missies in de grote mech. Hierin verandert The Dark Ages een beetje in een soort slechte fighting game waarin je met een slome, logge robot vijanden een kopje kleiner mag slaan. Het ziet er enigszins indrukwekkend uit, maar is gewoon niet leuk om te spelen. Ook introduceert dit deel een vette draak waarop je een ritje kunt maken, maar ook dit was voor mij een grote teleurstelling. De draak zelf vond ik niet fijn besturen en de levels eromheen waren voor mij ook niet om over naar huis te schrijven. Het moge duidelijk zijn dat id Software bij Doom: The Dark Ages gekozen heeft voor spektakel over goede levels, en hoewel ik variatie altijd toejuich, gaat het hier voor mij de verkeerde kant op.


De grootste teleurstelling voor mij is nog wel de soundtrack. Mick Gordon, de componist van Doom (2016) en Doom Eternal, is ingeruild voor Finishing Move: een productieduo dat bekend is van de muziek van onder andere The Callisto Protocol en Borderlands 3. Zeker niet de minste naam, maar toch valt de muziek van The Dark Ages in het niet naast die van de eerdere Doom-games. Waar je bij die games de ene memorabele melodie na de andere in je schoot geworpen kreeg, is de muziek in The Dark Ages gewoon aanwezig in de achtergrond, maar doet het verder vrij weinig.

Na bijna twintig uur met de game zou ik dan ook geen melodie voor je kunnen neuriën. Het helpt daarbij niet dat de audiomix van de game vrij slecht is. Voor deze review heb ik alle geluidsopties uitvoerig getest op zowel een koptelefoon als professionele studio-monitoren; ik krijg het met geen enkele configuratie zo lekker klinkend als in de andere Doom-rebootspellen. Vooral bij het schieten van de wapens lijkt het alsof er veel te veel hoge frequenties in de audio zitten en te weinig bas. De muziek springt er zelden zo uit als die van Mick Gordon, zelfs als je de rest van de volumes omlaag schroeft. Echt heel jammer.

Glinsterende middeleeuwen
Gelukkig ziet de game er grafisch wel heel gelikt uit, wat van The Dark Ages visueel gezien de mooiste Doom tot nu toe maakt. Ergens had ik wel iets meer variatie willen zien in de levels, maar de variatie die er is, is erg goed. Voor deze review speelde ik de game op een pc met een RTX 4080 Super waar ik met alle instellingen op het maximale makkelijk boven de 60 frames per seconde zat in een 4K-resolutie. Met DLSS op performance zelfs rond de 90 FPS, en door hier en daar wat aan de instellingen te sleutelen kun je er makkelijk nog wat extra frames uit persen. Helaas kon ik de game niet testen op de Steam Deck, aangezien hij daar gelijk crasht tijdens het opstarten. Hopelijk wordt dit verholpen, want de andere twee games in de trilogie zijn erg tof om op een handheld te spelen.


Helaas is deze Doom niet geworden wat ik had gehoopt. Het is zeker geen slechte game geworden, maar het wijkt zover af van wat mij aantrekt aan de vorige delen dat ik ook niet echt een reden heb om terug te keren naar The Dark Ages, op de later te verschijnen uitbreiding na. Het is een zeer gepolijste shooter geworden met gunplay die aanvoelt als geen ander, maar niet veel meer dan dat. Voeg daar een oninteressant verhaal en saaie missies die de vaart nog meer uit de game halen aan toe en je blijft over met een game waar je zeker een leuke tijd mee kunt hebben, maar die zich niet kan meten met z’n voorgangers.

Conclusie
Ergens tussen de schedelverpulveraars en drakenritten verliest The Dark Ages wat Doom zo iconisch maakte: die razendsnelle en precieze dans van geweld. Nieuwe ideeën als het schild en open levels zijn fris, maar voelen soms als verandering om het veranderen. Het schietwerk voelt nog steeds als thuiskomen, maar zonder de magie van Eternal's perfecte ritme en Mick Gordons meedogenloze soundtrack blijft het een ervaring die meer voldoet dan verrast.

 

Gert Jan Naber (GJ)

Audiovisueel vormgever met een hart voor Pokémon, films, kip en uiteraard games in alle soorten en maten.

Aantal keer bekeken: 488

Laatste reacties


Er is nog niet gereageerd.