
Zijdezang
In Silksong speel je als Hornet, een bekende spinachtige uit de eerste Hollow Knight. Ze wordt gevangen in een kooi en afgevoerd naar het koninkrijk Pharloom, waar ze vervolgens de afgrond in stort en haar avontuur begint. Al snel ontdekt ze dat haar ontvoerders toebehoren aan de Citadel: een reusachtige kerk aan de top van het koninkrijk, waar de antwoorden op Hornet’s vragen hopelijk op haar liggen te wachten.
Het is even schrikken als ik, na het prachtig geanimeerde introfilmpje, word begroet met "Act I: Pharloom". Iets wat we niet vaak zien in een Metroidvania. Beslaat Act II dan de Citadel? Hoe groot is deze game precies? Is er misschien zelfs een derde akte? Moet ik de komende twee maanden vrijhouden in mijn agenda? Dit zijn misschien wat beangstigende vragen voor een genre waarbinnen de meeste games tussen de tien en twintig uur duren, maar Silksong is anders. Dit is precies wat ik wilde.
Het ontdekken van Pharloom voelt namelijk alsof je met beide benen het dikste sprookjesboek in bent gesprongen om lekker te verkennen. Wie de eerste Hollow Knight gespeeld heeft begrijpt wat ik bedoel, en Silksong gaat hierin nog een flinke stap verder. Waar Hornet in eerste instantie door haar val de draad een beetje kwijt is, ontvouwt de wereld zich al gauw als een soort web van mogelijkheden, verbintenissen en geheimen. Bij iedere vaardigheid die je vrijspeelt zijn er zo vier of vijf paden die zich weer voor je openen, waardoor je van Silksong echt je eigen expeditie kunt maken.

Vrij in Pharloom
Zo zullen veel spelers – waaronder ikzelf – al snel stuiten op Hunter’s March: een meedogenloos gebied vol stuiterbloemen waar Hornet, gewapend met haar naald, als een soort Dagobert Duck vanaf kan kaatsen om hogerop te geraken. Het lukte mij eerst maar niet om deze timing onder de knie te krijgen, mede omdat Hornet in een hoek van 45 graden naar beneden raast, wat bij The Knight in het eerste deel heel anders was. Na vele pogingen lukte het dan toch, waarna ik er later achter kwam dat ik ook twee andere richtingen op had kunnen gaan. En natuurlijk zouden precies deze richtingen mij van bepaalde hulpmiddelen hebben voorzien, waarmee de helse tocht door Hunter’s March een stuk minder taai was geweest. Dit gevoel van vrijheid is aan het begin misschien wat overweldigend, maar zorgt er mede voor dat de wereld organisch en levend aanvoelt.
Hoewel de eerste indruk van Pharloom met haar vele fantasierijke, kleurrijke gebieden echt fabelachtig is, is niet alles sprookjeskoek en spinnenei in dit mysterieuze koninkrijk. Het wemelt er van de insecten en ander gewelddadig gespuis dat Hornet maar al te graag een kopje kleiner wil maken. En hoe? Hoewel je van bazen kunt verwachten dat ze hard slaan, kunnen de gewone vijanden er ook wat van. Veelal doen ze Hornet twee maskertjes schade toe, wat je vervolgens weer per drie kunt aanvullen. Het vinden van het juiste moment hiervoor is dus cruciaal, want voor je het weet zit je weer op het bankje waar je voor het laatst je progressie hebt opgeslagen.

Dans des doods
Hiervoor gebruikt Hornet de magische kracht van zijde, die zij aan haar zijde heeft. Dit wordt niet alleen gebruikt om je levens weer aan te vullen, maar ook om krachtigere aanvallen uit te voeren of later in het spel bijvoorbeeld een harpoen te werpen en er naartoe te duiken. De zijdemeter vul je weer aan door vijanden succesvol te raken, wat vooral de baasgevechten omtovert tot een soort passionele dans van aanvallen en terugtrekken. Deze gevechten zijn fel en uitdagend, maar nooit oneerlijk. Mocht je het afleggen, dan ligt dit meestal aan een verlies van focus of een gebrek aan geduld. Vaak helpt het om dan even een andere weg in te slaan, om het later vol frisse moed nog eens te proberen.
Om deze intense knokpartijen naar je hand te zetten, kun je op zoek gaan naar de vele crests en tools die verspreid liggen over Pharloom. Crests kunnen het beste gezien worden als andere movesets, waarmee Hornet ineens heel anders aanvoelt. Zo was ik enorm blij toen ik de Wanderer’s Crest vond, die Hornet meer deed spelen als The Knight uit het eerste deel; wat mij een vertrouwd gevoel bezorgde. Hoewel Hornet een stuk sneller is dan The Knight, waardoor ze soepeler en dynamischer kan bewegen, houdt ze tegelijkertijd meer controle over haar acties, wat haar manoeuvres precies en doelgericht aan doet voelen.

De tools die je verzamelt zijn weer onderverdeeld in drie kleuren: gele en blauwe die doen denken aan de charms uit Hollow Knight en je voorzien van passieve upgrades, en rode die bestaan uit extra wapens en tijdelijke buffs die je in kunt zetten tijdens je talloze duels. Denk hierbij aan ontplooiende werpsterren, cirkelzagen die over de grond glijden en de mogelijkheid om je naald voor korte tijd in brand te steken, waardoor je extra schade kunt aanrichten.
Kippenvel
De wereld van Pharloom is een schilderij dat voortdurend tot leven komt. Deze is niet alleen veel gevarieerder en bovenal gedetailleerder dan het eerdere werk van Team Cherry, maar samen met de prachtige soundtrack van Christopher Larkin maakt het het betreden van ieder nieuw gebied tot een waar genot. Voor Hollow Knight-spelers die warme herinneringen koesteren aan het binnenwandelen van het iconische City of Tears, doet Silksong dit op meerdere momenten dunnetjes over. Toen ik, na een lange reis vol bittere strijd, aankwam bij de Citadel, kreeg zelfs mijn controller kippenvel. De etherische klanken van de Choral Chambers vulden mijn oren, en ik bleef minstens tien minuten roerloos staan, om tot rust te komen in de betovering voordat ik mijn reis naar de top hervatte.
Diezelfde magie bleef me bij tot ver voorbij de eindstreep. Na de credits die voorbijkwamen met zo’n 25 uren op de klok bleef Silksong geheimen uitstrooien alsof de reis nog maar net was begonnen. Ik vond nieuwe, imposante bazen, prachtige, onontdekte gebieden en verrassingen die de wereld alleen maar rijker en mooier maakten. Je blijft je ogen uitkijken, want geen moment gaat verloren aan saaie baasgevechten of suffe queesten. Oké, de game introduceert een zij(de)missiesysteem waarbij er af en toe ook minder boeiende opdrachten tussen zitten – zoals tien vijanden verslaan – maar die doe je spelenderwijs toch al, zonder er extra moeite voor te hoeven doen. Het feit dat ik na het bereiken van de 100% mijn speelduur bijna had verdubbeld en tot in de laatste minuut getrakteerd werd op frisse ervaringen is bewonderenswaardig.

Team Cherry heeft de afgelopen zeven jaar besteed aan het perfectioneren van hun Hollow Knight-formule, en dat is ze meer dan gelukt. Hier zit niet alleen zorg in, maar ook een ongeëvenaarde passie voor het vak – niet alleen in de hoeveelheid, maar vooral in de kwaliteit. Je wordt omhuld door een wereld vol betoverende, handgetekende animaties die je slechts één keer ziet, memorabele gevechten tegen de meest fantastische figuren, en een soundtrack om je oren bij af te likken. Er zit zoveel in waar de gemiddelde speler nooit op zal stuiten, maar dat maakt het des te specialer voor zij die wel onder iedere steen kijken. De ingenieuze manier waarop deze wereld in elkaar steekt is onovertroffen en levert een ervaring die ik nooit meer zal vergeten. In de ruim vijftien jaar dat ik over games schrijf, heb ik nog nooit een game een perfecte score gegeven, maar voor alles is een eerste keer: Silksong heeft het niet alleen verdiend, maar verdient het dubbel en dwars. Shaw!
Conclusie
Hollow Knight: Silksong is niet alleen een game, maar een web van wonder dat je blijft boeien tot de laatste draad. Het is niet alleen het magnum opus van Team Cherry, maar ook een game die de lat hoger legt voor Metroidvania’s in het algemeen. Silksong is niet alleen een vervolg op een klassieker, maar een klassieker op zich. Speelbare kunst in de puurste vorm van het woord.
